uit: Als alle stenen zullen zijn samengebracht De vroege gedichten - Bart Madou
|
|
|
PARK
HET park staart moeverlaten zichzelf ontvreemd aan straten en mensen doel- en hulpeloos.
Kinderen hangen takken in het water waardoor hun beeld verwelkt tot later na wankel evenwicht met eendekroos.
Wat is het gras verplet omdat ik lig: tussen ons voelen in beweegt de wig gedreven in een hart dat jij verkoos.
Vivaldi fluit een jonge kerel een lied verdoezeld in een wereld van bladerdek: één grote, groene doos
waarin ik zieltoog dankbaar voor het leven zonder eigenaar maar met mezelf en jou als troost.
|
HERINNERING AAN MIJN EERSTE WOORDEN
Wat dunne zon, verschraald op blauw papier door Sehnsucht aan elkaar gekleefd vandaag – een koele warmte doorklieft de zolderkamer door het dakpanraam – weifelend fier alsof – maar zeker als de stronken van de stugge bomen heb je mijn brieven weer geopend en langzaam in de plooien van je schoot gespreid.
Toen kwamen beelden zacht weerom de aders op je hand, ze beukten en trilden bij het lezen van je eerste naam, zo ademloos in ietwat antigotisch schrift geschreven.
De late zomerlucht, de eerste schemering nog was je daar, heel stil verheven: ik zie mijn woorden om je lippen beven. |
|
OOGOPSLAG
Mango’s wuiven in je ogen maar dieper zweven je dromen. |
© Copyright 2010 ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN hetbeleefdegenot.be
Contact: hetbeleefdegenot@scarlet.be - tel. 0498/73.58.73
Laatst bewerkt: 05 december 2010