De klank van de stad Venetië
Mooie opkomst in het Veltershof tijdens de lezing

De klank van de stad Venetië

Beleefd op zondag 2 maart 2025 - LDC Veltershof, Veldegem : Venetië, klank van een stad

In hun boek met bovenstaande titel streefden Eric Min en Gerrit Valckenaers geen volledigheid na, hun onderwerpen waren een persoonlijke keuze, maar dan een keuze van 425 bladzijden! Terwijl tussendoor non-stop beelden van en over Venetië geprojecteerd werden (niet altijd een gelukkige zet omwille van gebrek aan synchronisatie tussen het gesproken woord en de voorbijflitsende beelden) kregen wij toch een boeiend verhaal over het wel en wee van de dogestad en haar bewoners en beroemde bezoekers te horen. Eric Minin het Veltershof tijdens de lezing - Foto Stefaan Huysentruyt Het wel door de handels- en ja vaak ook roversmentaliteit van de stad, het wee door plagen als de pest of vreemde overheersing (Napoleon, de Oostenrijkers). Maar op cultureel gebied werd er zelden op een dukaat gekeken. Vond men zijn gading niet onder de bewoners, dan maar importeren, zo bijvoorbeeld Monteverdi (uit Mantua) of Adriaan Willaert (uit Rumbeke). Voor de kunstschilders was dat niet anders.

De opera kende er een eerste bloei met Monteverdi en Cavalli en het ontstaan van heel wat operahuizen, waarvan La Fenice het bekendste was. Het arsenaal – gespecialiseerd in de bouw van (oorlogs)schepen - werd zowaar de favoriete werkplaats voor de bouw van de meest spectaculaire decors en toneelmachinerie.

Zowel Montaigne als Goethe en vele anderen onderweg op hun grand tour deden Venetië aan. Zij lieten een schat aan reisdagboeken en dergelijke achter. Maar naar het einde van 19de eeuw kreunde Venetië onder een fascinatie voor verval en duisternis. In 1909 kwam daar nog het futuristisch manifest van Marinetti bij, die het hele zootje (musea, kerken, kunstwerken, …) liever in de lagune zag verdwijnen. In het zog van het futurisme verscheen in Venetië de Belgische kunstenaar Jules Schmalzigaug, die naarmate hij ouder werd zowel abstracter als kleurrijker werk ging produceren.

En dat zo geliefde en gehate toerisme dan? GiandomenicoTiepolo (zoon van de bekendere Giambattista) schilderde in 1765 al zijn ‘mondo nuovo’ waarop een hele troep mensen met de rug naar de toeschouwer weergegeven wordt, kijkend naar een spektakel in de verte. Alleen twee figuren in de hoeken, wellicht vader en zoon Tiepolo, kijken somber toe naar deze voorlopers van het sensatietoerisme.

Eric Min eindigde zijn lezing (en zijn boek) met het gedicht ‘De tijd is op’ (De eerste keer Venezia: grandezza!) van de dichter Menno Wigman.


Bijlage van zondag 2 maart 2025


Deze pagina werd laatst bijgewerkt op 17/06/2025 22:43:54.